Het weekend zit er weer op en met drie sportende tieners heb ik mijn hart weer opgehaald. Sport is de samenleving in een snelkookpan wordt vaak gezegd. Immers, alles wordt uitvergroot. Dat zal wel komen omdat sport een simpele voorstelling van beleven is, maar dat terzijde. Ik kijk mijn ogen uit. Ja, uiteraard naar mijn en andere tieners die hun stinkende best doen. Maar meer nog naar de wijze waarop coaches en ouders hun bijdrage aan de doelstellingen van de sporters proberen te geven. Want het draait toch om de sporters, of heb ik het mis?
Overheidscampagnes ten spijt, er gaat van alles mis. En dan laat ik het gebrek aan vakkennis maar even buiten beschouwing, want dat ontgaat de gemiddelde toeschouwer toch. Maar eenvoudige gedragsnormen zouden we toch als vanzelfsprekend mogen verwachten.
Ook over het woordgebruik wil ik het niet hebben. Maar al lang geleden is duidelijk geworden dat “iets” roepen alleen zin heeft als je in connectie bent met de ontvanger. Dus “in het wilde weg” wat roepen heeft geen zin. De gemiddelde sporter doet altijd zijn stinkende best, dus benadrukken dat het niet goed gaat, dát heeft de sporter zelf wel in de gaten.
Maar komen met oplossingen, ho maar… Roeptoeters zijn!!!
Dus:
stap 1: maakt contact,
stap 2: geeft concrete hulp en spreek duidelijke taal.
En wat dacht u van de houding… ja u weet wat ik bedoel. Als het goed gaat: wat heb ik dat fantastisch gedaan, en als het niet lukt: het gaat nooit wat worden. Nee, dát helpt. Of zou de gemiddelde coach zijn eigen gevoel belangrijker vinden dan dat van zijn team?
Iedereen weet dat je van complimenten groeit. Waarom horen we die dan zo weinig? En als ze al gegeven worden is de coach vergeten eerst even contact te maken. Het geven van een compliment is gebeurd, maar of het compliment ook aankomt, dat weten ze niet. En volgens mij is dat toch de belangrijkste doelstelling van een compliment.
Stap 1: maak contact,
stap 2: geef een compliment,
stap 3: spreek duidelijke taal.
Een andere waarneming langs de sportvelden is dat er, kijkend naar coaches, overal topsport bedreven wordt. Enig besef van de niveau, omstandigheden en doelstellingen ontgaat mensen vaak. Scheidsrechters die zich strak houden aan de regels en vergeten wat ook alweer de bedoeling van sport was: ontspanning en plezier. Zou het niet beter zijn onze scheidsrechters en coaches spelbegeleiders te noemen? Wellicht helpt het de beste mensen weer terug op aarde te brengen.
Ik snap ook wel dat het frustrerend is dat je de Olympische Spelen niet gehaald hebt of nooit in Camp Nou gespeeld hebt, maar op een koud, mistig, iets te hobbelig veld en in een iets te lage, koude, slecht verlichte sporthal gelden andere wetten.
Stap 1: neem de omgeving nauwgezet in je op,
stap 2: maak contact,
stap 3: geef een compliment,
stap 4: spreek duidelijke taal.
En o ja beste coaches, die scheidsrechters zijn welwillende vrijwilligers die naar eer en geweten proberen de sport voor anderen zo aangenaam mogelijk te maken. Dat hun visie niet altijd strookt met uw eer en geweten kunt u hen niet aanrekenen. En mocht de emotie dan toch te hoog oplopen (sport is immers emotie), brandt dan de degene die je een klein spiegeltje voorhoudt niet gelijk af. Het was immers goed bedoeld.
Stap 1: neem de omgeving nauwgezet in je op,
stap 2: maak contact,
stap 3: geef een compliment,
stap 4: spreek duidelijke taal,
stap 5: ga correct om met hiërarchie,
stap 6: accepteer kritiek en doe er iets mee.
Soms hoop je dat mensen als ze met hun hobby bezig zijn, zich anders gedragen in het echte leven, maar da’s utopie. Immers, sport is het echte leven alleen dan minder moeilijk. Ik houd mijn hart vast als het echt moeilijk wordt. Fatsoen maakt van u een goede vrijwilliger, maar ook een Goed Werknemer.
Veel plezier komend weekend.
Cees Jan Gieskes.