De economie trekt aan, zeggen de deskundigen dus dat biedt kansen. Kansen op opdrachten, kansen op banen, kansen op participatie. Maar nu de dikke, smog-achtige wolken van de crisis optrekken, ziet ondernemend Nederland er anders uit dan voor de crisis.
Bestaande banen zijn verdwenen, nieuwe banen zijn aan het ontstaan. En niet zelden is er een mismatch tussen vraag en aanbod. Waar voorheen het inzetten van allerlei trajecten ter bevordering van de arbeidsparticipatie bijna vanzelfsprekend waren, gaan we nu zorgvuldiger om met ons geld.
We investeren vooral als er zicht is op werk. Vraag is dan wel: hoe maak je kenbaar dat je gekwalificeerd bent voor die nieuwe baan, dat je affiniteit hebt met dat werk en dat je talent hebt voor dat werk. Immers, meestal alleen dan kom je voor extra scholing in aanmerking.
En de afgelopen jaren hebben onze vertegenwoordigers in Den Haag het er niet gemakkelijker op gemaakt. Doordat zij hebben ingezet op de kenniseconomie, moest iedereen verplicht aan het Engels en rekenen. Hierdoor slaagt een toenemend aantal jongeren niet meer voor hun MBO-diploma. Jammer, want vaak hebben ze wel talent voor het vak dat ze willen uitoefenen.
Jammer ook omdat deze groep toch een deuk in het zelfvertrouwen oploopt, terwijl dat niet nodig is. Bijkomend probleem is dat de BV Nederland eigenlijk alleen eendimensionaal naar de kwalificatie kijkt. Primair zoeken we “gekwalificeerde” werknemers. Mensen met diploma’s dus. Maar nu de economie aantrekt, blijkt dit vaak niet afdoende om de productiecapaciteit overeind te houden. Dit laatste wordt daarbij versterkt door enerzijds de vergrijzing die, crisis of niet, gewoon doorgaat en anderzijds doordat de overheid actief inzet op arbeidsparticipatie van alle Nederlanders.
Het bovenstaande leidt ertoe dat werkzoekenden, zowel werkend als niet-werkend, meer en meer gedwongen worden te laten zien wat ze echt kunnen. Een MBO-diploma lassen is niet verplicht (wel een pre) mits je kunt aantonen dat je kunt lassen. Vandaar ook de opkomst van de e-portfolio’s. In gewoon Nederlands: digitale bewaardozen. Dezelfde relikwieën die meestal ergens op een ouderlijke zolder staan, maar dan digitaal.
Maar als je die dozen van de zolder zou halen en er weer eens doorheen zou lopen, sta je versteld wat je allemaal gedaan hebt. Allemaal bewijzen van aangeleerde vaardigheden, onvermoede talenten en briljante kennis. Wat nu als je je toen al bewust was dat al deze zaken het verschil konden maken op de arbeidsmarkt, laat staan dat je vanaf nu alles wat je doet kunt opslaan in die digitale doos. Je zult merken dat er zoveel is wat kunt laten zien. Maar leuker is nog dat je kunt laten zien wat je allemaal kunt.
Kennis en vaardigheden die je onbewust hebt opgedaan. Onzichtbare kennis, vaardigheden, talenten EN werknemersvaardigheden die opeens zichtbaar worden. Zichtbaar voor jezelf ( ja, je kunt meer dan je denkt!), maar ook zichtbaar voor je (nieuwe) werkgever.
That’s what we call invisible learning.
Invisible learning is het afstandsleren 2.0: het perfecte praktijkleren, de optimale mix tussen digitaal, praktijk en ouderwets leren. En bovenal: invisible learning kent geen instroomniveau.
Invisible learning is de basis voor beroepsonderwijs anno 2020. Dat u het maar vast weet!
Cees Jan Gieskes.