John Henry Newman (1801- 1890) spreekt: “Geloof hoort evenzeer bij het leven als verstandelijk redeneren dat doet!”.
In zijn boek “ A grammar of Assent” stelt hij dat mensen die alleen maar logisch en wetenschappelijk redeneren ons al snel gaan ergeren en vervelen. Newman doet deze uitspraken naar aanleiding van de vraag wat Paulus nu eigenlijk in handen had toen hij predikte in Athene en zei dat hij kwam als boodschapper van God.
Onze meest wankele en redelijke ideeën berusten op vormeloze en persoonlijke bewijzen. Dat is ook de voornaamste reden waarom Paulus zo succesvol was met zijn merkwaardige verhaal: hij sprak vanuit zijn hart en raakte daarmee mensen in één van de meeste wezenlijke vermogens, hun geloof.
Vandaag de dag is dat nog steeds zo. Kijkend naar één van de vele talentenjachten op de Nederlandse of Engelse televisie wordt het verschil steevast gemaakt door de mate waarin kandidaten hun act kunnen overbrengen. “De jury gelooft je, het publiek gelooft dat je het meent”, is een veel gehoorde jury-becommentariëring. En dat blijkt uiteindelijk belangrijker dan de techniek. Zelfs als de techniek iets minder is kun je de jury toch nog overtuigen. Als ze elk woord maar geloven…
Op veel plaatsen in de samenleving zijn we dat geloof verloren. We houden liever vast aan het logische, wetenschappelijke. Maar daarmee komen we er dus niet.
Voetbal is niet leuk als we ons alleen maar aan de regels houden en de wetenschap de beste tactiek en techniek laten uitstippelen. Het rotsvast geloof, de overtuiging en daarmee de passie, maken het tot een boeiend schouwspel. Wat roept de verliezende coach vaak: “we waren beter, we hadden de kansen, maar we misten het geloof om te kunnen winnen”. Of “ook al lukte het niet, toch bleven we erin geloven”. Passie, overtuiging… that’s the spirit.
In de politiek is het niet anders. Of iemand alle kennis heeft en alles kan beredeneren is niet genoeg. We stemmen op iemand waar we in geloven, die snapt wat we voelen. Kennis en kunde is daarbij maar één aspect waar we naar kijken. We stemmen nooit op de slimste of de beste (voorzover wij daar al verstand van hebben), maar we stemmen op de meest geloofwaardige.
Werkgevers doen niet anders. Ze zijn op zoek naar die medewerker waar ze het meest geloof in hebben dat hij of zij ze gaat helpen de klus te klaren. Kennis en kunde zijn wel heel belangrijk, maar maken niet het verschil. Het verschil zit in het feit of de werkgever ook gelooft dat jij het kunt. Dan gaat het om houding en attitude, passie. Daar is de werkgever naar op zoek. Als jij in staat bent de werkgever in je te laten geloven, zoals de artiest in de Voice of Holland, zoals de voetballers op het veld, zoals politici in het debat en zoals Paulus in het oude Athene, dan maak je het verschil tussen werken en niet werken.
Cees Jan Gieskes.